Info over tool

Doel: structuur aanbrengen in de verschillen binnen een bepaald (onderzoek)’veld’
Voor wie: projectmanagers, onderzoekers, business developers
Techniek: workshops, card sorting

Soort tool: dialoogtool
Voorkennis: weinig
Complexiteit: laag
Tijdsinvestering: Uren

Downloads

Links

Gerelateerde tools

Indicatoren kaartspel

5 oktober 2021

Wat is Hierarchical Card Sorting?

Hierarchical Card Sorting (HCS) is een kwalitatieve methode om de categorieën te achterhalen die mensen gebruiken bij het classificeren van problemen/ontwikkelingen/ interventies, wat de inhoud is van die categorieën en waarin ze verschillen. Door deze impliciete kennis meer expliciet te maken kan dit beter onderling gedeeld worden.

De methode is een vorm van card sorting of pile sorting, en kan ingezet worden op meerdere momenten tijdens een onderzoek. Vooraf om de huidige situatie in kaart te brengen, tijdens ter vergelijking met eerdere analyses, en achteraf om toekomstige activiteiten in kaart te brengen. Uitkomst van HCS is een zogeheten treemap, een boomstructuur met vertakkingen.

Hoe HCS te gebruiken?

De methodiek kan ingezet worden voor interactie met 1 persoon of een kleine groep. De methodiek heeft de volgende stappen:

  1. Stel het toepassings- of expertisegebied vast dat je wilt verkennen. Dat kan een specifiek inhoudelijk onderwerp zijn (bijvoorbeeld logistiek in de grote stad), kennis over projecten op een bepaald gebied (bijvoorbeeld AI initiatieven/projecten in de regio), samenwerkingen op een bepaald gebied (bijvoorbeeld duurzaamheidscollectieven of de stakeholders in een groot programma) etc.
  2. Maak een lijst van voorkomens (cases) op dat toepassings- of expertisegebied, bijvoorbeeld: uitdagingen die er zijn op het inhoudelijke onderwerp, onderzoeksvragen die leven op het inhoudelijk expertisegebied, projecten die gedaan of gepland zijn op een bepaald gebied, samenwerkingsinitiatieven op een bepaald gebied, et cetera. Maak de lijst niet te lang (maximaal 25) anders gaan de vervolgstappen veel tijd vragen. Schrijf ieder voorkomen op een apart kaartje.
  3. Leg alle kaartjes op 1 stapel. Stel een open vraag aan de deelnemers naar de verschillen tussen de genoemde voorkomens. Deze stap is een warm up exercise. Het doel is om de deelnemers bewust te maken van de verschillen die er ongetwijfeld zijn tussen de opgeschreven voorkomens. Als dit niet direct werkt kunnen ook 2 random kaarten worden getrokken uit de stapel en vervolgens aan de deelnemers worden gevraagd deze te vergelijken en verschillen te noemen.
  4. Vraag de deelnemers de stapel in twee stapels te herverdelen, van welke omvang dan ook, op basis van wat ze als het belangrijkste verschil zien tussen alle voorkomens zoals opgeschreven op de kaartjes. Benadruk dat het gaat om wat zij als belangrijkste verschil zien.
  5. Als controlevraag zodat niet ‘zomaar’ iets wordt genoemd kan de vraag worden gesteld: “Welk verschil maakt dit verschil?” of “Waarom is dit verschil belangrijk?”.
  6. Hou bij welke kaarten op welke stapel zijn geplaatst (door ze bijvoorbeeld te nummeren). Zie de eerste twee stapels als de eerste vertakkingen die ontstaan in een boomstructuur. Je kunt dit beeld ook gebruiken door op een flip-over een boomstructuur te tekenen en de nummers te schrijven bij iedere vertakking. Schrijf op wat het verschil maakt tussen de twee stapels.
  7. Neem een van de twee stapels en herhaal de stappen 4 tot en met 6. Doe dit ook voor de tweede stapel. Er zijn nu vier stapeltjes. Herhaal dit totdat er nog maar 1 kaart over is in ieder stapeltje. Kies afhankelijk van wat het beste werkt voor de deelnemers, of om iedere vertakking eerst helemaal uit te werken (diepte) of laag voor laag het uit te werken (breedte).
  8. Als het niet mogelijk is om tot 1 kaart te komen, laat het dan, forceer de deelnemers niet maar noteer dat er geen verder verschil werd vastgesteld.
  9. Documenteer de resultaten op een manier zodat duidelijk wordt hoe de verschillende cases in verschillende categorieën zijn terecht gekomen en op basis van welke verschil dit is gedaan. Dit kan in een tabelvorm of in boomdiagram.

De methode is afhankelijk van de deelnemende personen en hun bereidheid bij te dragen. Het noemen van verschillen tussen twee stapeltjes kaarten kan soms lastig zijn, omdat er bijvoorbeeld gesteld wordt dat er geen verschil is, er een ‘oppervlakkig’ verschil wordt gekozen of juist meerdere verschillen worden genoemd. Belangrijk is te vragen naar wat de betekenis is van de verschillen die gemaakt worden.

Nadat de boomstructuur in kaart is gebracht kunnen nog additionele vragen worden gesteld op iedere splitsing van de boomstructuur, bijvoorbeeld “welke van deze twee groepen leent zich het best voor een interventie de komende maanden?” of “waar kunnen wij het meeste aan bijdragen de komende periode?”. De keuzes die op iedere splitsing gemaakt worden kunnen dan gebruikt worden om een ranking te maken van welke categorie het ‘beste’ is gerelateerd aan de vraag die gesteld is.

Waar komt HCS vandaan?

De HCS-methode is net zoals de MSC-methodiek origineel ontworpen door Rick Davies in 1993. In een omvangrijk en complex ontwikkelingsproject in Bangladesh liep hij tegen het probleem aan om dit project te monitoren en te evalueren. De grote schaal, tienduizenden deelnemers in honderden dorpen, en de open-einde opzet van het project maakte het moeilijk een traditionele methode te gebruiken. Iedereen meekrijgen in een set van indicatoren was onbegonnen werk, ook door de grote diversiteit van activiteiten en de vele conflicterende belangen.