Info over tool

Doel: ontwerpen en monitoren welke interventies relevant zijn om een bepaalde (maatschappelijke) verandering te bereiken
Voor wie: projectmanagers
Techniek: workshops, ontwerpen, interventies plegen en monitoren

Soort tool: uitvoeringstool
Voorkennis: aanzienlijk
Complexiteit: hoog
Tijdsinvestering: maanden

Downloads

Links

Gerelateerde tools

PIPA

PIPA

23 januari 2024

Research Pathway Model

5 september 2022

Wat is Theory of Change?

Een Theory of Change (ToC) is een methode om systematisch te verkennen wat de samenhang is tussen activiteiten, uitkomsten en context van een vooraf opgesteld lange termijn doel, waardoor een logische reeks van interventies (de outcome pathway) gekozen kan worden die leidt tot het lange termijn doel.

Het lange termijn doel wordt ontleed in voorafgaande veranderingen die nodig zijn om tot dat doel te komen, waarbij de causale en chronologische verbanden tussen die veranderingen in kaart worden gebracht. Ook letterlijk door een grafische weergave te gebruiken met pijlen tussen uitkomsten van activiteiten. De keten van gekozen interventies die moet leiden tot de gewenste lange termijn verandering wordt een ‘outcome pathway’ genoemd. Aan de aannames en theorieën die ten grondslag liggen aan het bouwwerk van afhankelijkheden en de gekozen outcome pathway, de logica van de veranderingen, dankt de methode zijn naam.

Daarnaast is een ToC ook een bepaalde mindset, a way of thinking and acting. Dit blijkt onder andere uit de noodzakelijke rol van stakeholders om het lange termijn doel te analyseren, interventies te kiezen en de gewenste uitkomsten van tevoren te formuleren. Die mindset behelst ook het articuleren en (tussentijds) kritisch evalueren van de eigen keuzes en aannames, met name voor wat betreft de interventies, hun samenhang en de weg naar het lange termijn doel. Het gaat dus niet alleen om weten wat werkt maar ook hoe het werkt, dit maakt het hele traject inzichtelijker, beter navolgbaar en communiceerbaar en ook beter overdraagbaar naar andere situaties.

Een ToC is dus niet alleen een product (change model) maar ook een proces (het uitwerken van en kritisch reflecteren over de ‘theory’ van het model).
Het succes van een ToC kan worden afgemeten aan de vorderingen in het bereiken van succesvolle outcomes, dat geeft aan dat de ToC juist en effectief is. Voor het aantonen hiervan zijn indicatoren nodig: concreet, meetbaar en waarneembaar. Indicatoren worden gekozen door samen met stakeholders vragen te stellen zoals “wat wil ik weten om te bepalen of de outcome bereikt is?’

Hoe een Theory of Change te gebruiken?

Een ToC kan zowel worden ingezet in de planning van een programma, door een analyse van het gestelde lange termijn doel, als in de evaluatie van een programma door te reflecteren op de keuzes die gemaakt zijn en wat de interventies hebben bijgedragen aan het lange termijn doel, én waarom, om zo te leren van wat gewerkt heeft. Daarmee kan ToC ook een integraal kader zijn voor de planning, monitoring en evaluatie van programma’s.

Een ToC kan worden ingezet voor grote complexe maatschappelijke vraagstukken zoals bijvoorbeeld minder huiselijk geweld in de maatschappij, maar ook voor hoe een organisatie, bijvoorbeeld een hulporganisatie in ontwikkelingslanden, effectiever kan optreden, en ook voor het nagaan welke interventies logisch en nuttig zijn in specifieke meer kleinschalige contexten, zoals de leegstand in een bepaalde winkelstraat tegengaan.

Doordat een ToC aanpak zoveel toepassingsmogelijkheden heeft is het lastig om tot één generiek stappenplan te komen voor alle situaties. We schetsen hieronder drie vormen van toepassing die oplopen in complexiteit en tijdsinvestering.

Het kritisch nadenken over allerlei aannames die ten grondslag liggen aan een verandertraject wordt wel gezien als de crux van een ToC. Dit is vrij eenvoudig toe te passen in brainstormsessies bij een nieuw of bestaand verandertraject. Zo kunnen deelnemers gevraagd worden uitspraken te doen zoals ‘activiteit x leidt tot uitkomst y omdat…’, hierin zit een activiteit, een uitkomst (outcome) en een assumption, het deel na ‘omdat’. Het onderling bevragen van de gelegde relaties en het waarom daarvan is al in de kern een ToC activiteit. Of je kan een voorbeeld van een verandering nemen en dit bespreken: wat is er gebeurd? Wie waren betrokken, wat maakte de verandering mogelijk, wat hebben wij bijgedragen? Of je kan de vraag centraal stellen: welke verandering willen we bewerkstellingen en welke drie tot vijf zaken moeten er geregeld zijn wil die verandering plaats kunnen vinden, en wat is de relatie tussen die zaken?

Een meer gestructureerde aanpak kan uit drie stappen bestaan:

  1. Breng de context van de voorgestane verandering in kaart: hoe, door wie en wanneer treden veranderingen op in het betreffende veld? Doe dit met behulp van post-its, het trekken van pijlen tussen afhankelijkheden en volgordelijkheid.
  2. Kies een change pathway:
    • Welk (deel)probleem pak je op, welke onderliggende oorzaken zijn er, en welke factoren beïnvloeden de uitkomst?
    • Met wie en hoe ga je dit aanpakken?
    • Wanneer is het succesvol (long term goal), en welke tussenstappen ga je ondernemen?
  3. Impact assessment framework: hoe ga je de activiteiten monitoren? Hoe weten we dat er verandering is opgetreden?

Een uitgebreide ToC kent vele facetten, is erg arbeidsintensief en vraagt ook veel tijd om deze goed in kaart te brengen en te onderhouden. Aspecten waaraan gedacht moet worden zijn:

  • Context: situationele analyse, hoe is het probleem ontstaan? Wat is de huidige status? Welke factoren (politiek, economisch, sociaal, institutioneel) spelen een belangrijke rol in de context? En welke mogelijkheden zijn er voor verandering? Et cetera.
  • Gewenste verandering: wat is de lange termijn verandering die voor ogen staat? Welke tussenstappen zijn er om daar te komen? En welk pad kan gekozen worden om bij dat doel uit te komen (outcome pathway)?
  • Wie heeft er baat bij de verandering en welke baten zijn dat?
  • Actoren die opereren in de context: analyse van deze actoren, organisaties en netwerken die belangrijk zijn in de context en nodig zijn om veranderingen te bewerkstelligen, welke machtsrelaties zijn er en welke institutionele configuraties zijn er die kunnen helpen of dwarsliggen?
  • Aannames: maak expliciet welke aannames eenieder heeft over hoe verandering plaats vindt in de context, oorzaak-gevolg relaties, argumenten, belangen en overtuigingen die een rol spelen in de analyse van het probleem, en onderbouw dit met informatie en bewijs.
  • Analyse van de mogelijkheden van het verandertraject om daadwerkelijk tot verandering te komen: middelen, invloed, communicatiekracht, draagvlak, et cetera. Zowel direct door de gekozen interventies als indirect door samenwerking en interactie.
  • Strategische keuzes en interventiemogelijkheden: activiteiten die gekozen worden om de veranderingen te bewerkstelligen of daar invloed op uit te oefeningen.
  • Tijdlijn: realistisch perspectief voor de tijd die het zal kosten om veranderingen te laten plaatsvinden c.q. groeien.
  • Indicatoren: kiezen en implementeren van indicatoren om de uitkomsten van de interventies te kunnen aantonen als ook in welke mate (en hoe!) het lange termijn doel is gehaald of dichterbij is gekomen.

Dit is een complex geheel en vergt tijd, organisatie, middelen en doorzettingsvermogen. Zie ook de kennisclip over ToC en de aanpak van Hivos.

Waar komt Theory of Change vandaan?
ToC kent zijn oorsprong in de jaren 90 van de vorige eeuw vanuit de behoefte te begrijpen welke rationale ten grondslag lag aan sociale en politieke programma’s die veranderingen nastreefden. Die bleken vaak moeilijk te evalueren omdat niet expliciet was gemaakt vanuit welke aannames werd gewerkt aan de beoogde (sociale) verandering. De wens impact aan te tonen van programma’s is de laatste decennia alleen maar sterker geworden. Bovendien wordt steeds meer de complexiteit van vraagstukken onderkent wat ook betekent dat er behoefte is aan het onderbouwd kunnen kiezen van de juiste interventies. De methode wordt veel toegepast om sociale verandering door te voeren door overheden, filantropische initiateven, NGO’s en non-profit organisaties, zoals de Wereldbank, Unicef, Greenpeace en de Kellog Foundation.