Impact laten zien aan de hand van een Theory of Change (ToC); het is een methodiek die steeds vaker wordt gebruikt. Maar wat is een ToC nu precies en hoe kun je die inzetten voor je eigen project of onderzoek? Het zijn vragen die aan bod komen tijdens de training van Avance, gegeven door impactonderzoeker en -adviseur Gerla van Breugel voor medewerkers aan de Hogeschool van Amsterdam.
Praktijkgericht onderzoek levert een bijdrage aan veranderingen in de samenleving. Maar hoe werken die uitkomsten van onderzoek door in de samenleving, wat zijn de effecten op langere termijn en hoe kun je die inzichtelijk maken? Een Theory of Change beschrijft de verandering die het onderzoek, het project of de organisatie nastreeft en hoe deze wordt gerealiseerd, vertelt Van Breugel. Drie onderdelen zijn hierbij van belang: een manier van denken over verandering, het proces en een visuele weergave van dat proces.
Manier van denken
Als voorbeeld toont Van Breugel een ToC van Stichting IMC Weekendschool. Deze school geeft op zondag aanvullend les aan kinderen in sociaal-economisch achtergestelde wijken in Amsterdam. De lessen worden verzorgd door professionals die vertellen over hun werkzaamheden, waardoor de kinderen meer informatie krijgen over beroepen. Het uiteindelijke doel, het hogere effect van deze activiteiten is, dat de kinderen succesvoller worden op de arbeidsmarkt. Maar hoe kom je tot die verandering? Welke activiteiten zijn daarvoor nodig? Een ToC is een model dat de tussenliggende effecten beschrijft, zodat er een beeld ontstaat van het veranderpad. “Onderzoekers weten wat ze uiteindelijk willen bereiken en welke activiteiten ze uitvoeren om daar te komen, maar uitleggen hoe die verandering precies tot stand komt, lukt vaak niet. Het blijft een black box. Met een ToC maak je die veranderingen inzichtelijk door heel bewust te kijken naar oorzaak en gevolg.”
Dat is een uitdaging, geeft Van Breugel toe. “Ik noem het puzzelen voor gevorderden.” In eerste instantie roept een Theory of Change veel meer vragen op dan het antwoorden geeft. Er gaat veel tijd en energie in zitten. “Je bent stap voor stap aan het bepalen wat je wilt bereiken en hoe je dat gaat doen. Zijn de stappen logisch, ontbreken er nog activiteiten, welke aannames worden er gemaakt en kloppen die wel?”, aldus Van Breugel. In een ToC maak je aannames expliciet, toets je of deze kloppen én of de andere partijen in je onderzoek dezelfde effecten verwachten en aannames maken. Door vervolgens de effecten uit je ToC te monitoren kun je leren wat (niet) werkt en de onderzoeks- of projectactiviteiten hier, indien nodig, op aanpassen. Met andere woorden, het ontwikkelen van een ToC helpt om te kunnen sturen op impact.
Stakeholders
Een ToC moet je vooral niet in je eentje maken, aldus Van Breugel, je hebt verschillende perspectieven nodig. Een ToC is een fantastische manier om stakeholders bij het onderzoek te betrekken. Welke effecten vinden zij belangrijk en welke aannames maken zij? Het biedt een raamwerk, een structuur, waarbinnen je elkaar kunt bevragen, discussies kunt kaderen en wat impliciet is, expliciet maken, aldus de cursusleider. Aannames zijn vaak verborgen, die moeten boven tafel. Ook tijdens de training gaan de cursisten in kleine groepjes aan de slag met hun onderzoek. Het levert nieuwe inzichten op en voor een aantal cursisten is het de eye-opener van de training: het expliciet maken van aannames draagt bij aan een gezamenlijk beeld.
Product
Aan het einde van een ToC-ontwikkelproces ligt er een tastbaar product: een visuele weergave. Deze weergave van een ToC bevat een aantal standaardonderdelen: de verschillende doelgroepen, de verschillende activiteiten en de effecten van die activiteiten. Van Breugel laat een paar voorbeeld ToC’s zien. Het roept enkele vragen op, zoals bijvoorbeeld: hoe kan je als Centre of Expertise een ToC maken? Deze stelt immers vooral andere partijen in staat om impact te realiseren? Als antwoord laat Van Breugel een ToC zien van een fonds dat inloophuizen in staat stelt om impact te realiseren. Je spreekt dan over enabledimpact. Van Breugel benadrukt dat een Theory of Change in allerlei soorten en maten kan worden weergegeven. Soms heel gedetailleerd, soms alleen op hoofdlijnen, afhankelijk van de complexiteit van de verandering, voor wie je de ToC maakt en waarom. “Een ToC is maatwerk.
Bij denken over impact gaat men vaak uit van grote veranderingen. Sommige onderzoekers deinzen daar voor terug. Maar veranderingen kunnen verschillende dimensies hebben, vindt Van Breugel en haalt een uitspraak van de Dalai Lama aan: “If you think you are too small to make a difference, try sleeping with a mosquito”. Zo kan een beoogde verandering op heel veel mensen effect hebben, maar is de impact per persoon niet zo groot. Denk bijvoorbeeld aan effecten op studentenwelzijn. Groot bereik (schaal), niet zo veel veranderingen per persoon. Daarnaast zijn er veranderingen met een diepe impact. Daarbij is de verandering per persoon heel groot, maar is het bereik beperkt, bijvoorbeeld internationale studiebeurzen voor studenten, zegt Van Breugel. Bij een systemische impact richt de verandering zich op een heel systeem, een drastische verandering met grote impact. Een voorbeeld hiervan is het Studiehuis.
Een Theory of Change gemaakt en klaar? Nee, dan begint het pas, aldus Gerla van Breugel. De praktijk is weerbarstig en pakt soms anders uit. “Bedenk dat een eerste versie van een ToC een hypothetisch model is. Een ToC is work in progress, net als je onderzoek.”