Info over tool

Doelsystematisch doorwerking van onderzoek in kaart brengen
Voor wie: projectmanagers, onderzoekers, kwaliteitsmedewerkers
Techniek: interviews, meetings, documentonderzoek

Soort tool: rapportagetool
Voorkennis: weinig
Complexiteit: laag
Tijdsinvestering: dagen

Downloads

Links

Gerelateerde tools

SIAMPI

12 april 2022

Handreiking Onderzoeksvisitaties HBO

10 december 2021

Wat is de Doorwerkingsmatrix?

De doorwerkingsmatrix is een hulpmiddel om de doorwerking van onderzoek in kaart te brengen en hierover te rapporteren. Uitgangspunt voor de matrix is de discussie over het begrip doorwerking als typering van het onderzoek aan hogescholen. Doorwerking legt meer dan het begrip impact de nadruk op de effecten die al optreden bij de voorbereiding en de uitvoering van een onderzoeksproject. Kennisontwikkeling, kennisuitwisseling, kenniscirculatie, en professionalisering vindt in samenwerking met de stakeholders al plaats vanaf het moment van de formulering van het onderzoek (vraagarticulatie). Door de betrokkenheid van het werkveld en het onderwijs in deze fases van het praktijkgericht onderzoek hoeft er niet te worden gewacht op een effect na afloop van het onderzoeksproject via zogenaamde kennistransfer of kennisbenutting. Dat effect is er ook maar dekt niet de gehele doorwerking af van het onderzoek aan hogescholen.

Met betrekking tot doorwerking kunnen twee vragen worden gesteld: Waarover wil je een uitspraak doen? En: Wat voor soort uitspraak wil je daar dan over doen? De eerste vraag wordt beantwoord door drie resultaatgebieden te onderscheiden:

  • Producten (publicaties, prototypes, kennisclips etc.),
  • Netwerken (adviescommissies, expertpanels, redactieraad etc.) en
  • Kennisinteracties (workshops, paneldeelnames, cursussen etc.).

De tweede vraag wordt beantwoord door zes qualia van doorwerking te onderscheiden, bij doorwerking kun je vragen naar:

  • Het volume (hoeveel is er gedaan?),
  • De aard (wat is er gedaan?),
  • De kwaliteit (wat is de kwaliteit?),
  • De activatie (wie is er bereikt en geactiveerd?),
  • Relevantie (welke waarde wordt er toegekend?) en
  • Bruikbaarheid (wordt er gebruik van gemaakt?).

De eerste drie van deze qualia gaan over de geleverde inspanning, de laatste drie van deze qualia gaan over het effect van de inspanning.

Door deze twee vragen als twee dimensies te zien van een matrix, ontstaat een systematisch overzicht waarbij in de cellen van de matrix vragen (en antwoorden!) terecht komen, zoals: in welke netwerken nemen we deel (netwerken – aard)? Worden onze prototypes gebruikt (producten – gebruik)? Hoeveel workshops hebben we gegeven (kennisinteracties – volume)? Hoe relevant worden onze websites gevonden (producten – relevant)? Et cetera.

In een tweede versie van de doorwerkingsmatrix uit 2021 zijn twee zaken veranderd. Ten eerste is de onderverdeling van producten/netwerken/kennisinteracties geïntegreerd met het onderscheid tussen directe en indirecte productieve interacties. Productieve interacties is een concept ontwikkeld in de SIAMPI methodiek. Ten tweede is er een qualia toegevoegd, namelijk verandering. Uiteindelijk gaat het niet alleen om relevantie en gebruik maar ook dat het gebruik tot verandering leidt. De verdere systematiek blijft onveranderd.

Hoe de doorwerkingsmatrix te gebruiken?
De doorwerkingsmatrix bestaat in twee varianten: een matrix en een beslisboom.

De matrix kan gebruikt worden als hulpmiddel om een narratief te schrijven door te bepalen aan welke aspecten het narratief met name aandacht wil besteden, bijvoorbeeld de verschillende netwerken waar de onderzoekers in betrokken zijn (netwerken-aard) en/of het gebruik van bepaalde producten als resultaat van het onderzoek (producten-gebruik). Een tweede manier om de matrix te gebruiken is als systematisering van indicatoren om het praktijkgericht onderzoek te beschrijven. Iedere cel in de matrix kan gevuld worden met bestaande indicatoren of kunnen nieuwe indicatoren voor worden ontwikkeld (zie van Vliet et al., 2020). Aan de hand van de indicatoren kunnen voorbeelden en data worden verzameld. Op deze manier is er een systematisch overzicht van datgene wat gerapporteerd wordt over het praktijkgericht onderzoek en kunnen eenvoudig en snel eventuele lacunes worden opgespoord.

Waar in de matrix de doelgroepen niet expliciet genoemd worden, maar bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden in de indicatoren (aantal vakpublicaties, gebruik door onderwijs, etc.), daar is bij de beslisboom de doelgroep het eerste beslispunt. De beslisboom begeleid je aan de hand van een aantal keuzes naar een specifieke indicatorenset.

Alvorens de doorwerkingsmatrix (en beslisboom) in te zetten zijn drie overwegingen van belang:

  1. De scope van de op te stellen rapportage. Veelal gebeurt dit op basis van een organisatorische eenheid (kenniscentrum, lectoraat) of programmatische lijn (Centre of Expertise, groot onderzoeksprogramma). Maar in principe kan de scope ook een geografische zijn: wijk, stad of regio. De tools doen hier geen uitspraak over. De keuze van de scope zal echter wel consequenties hebben voor welke aspecten van belang zijn en hoe die gewogen worden.
  2. Het domein waarover gerapporteerd wordt. Creatieve industrie, zorg, landbouw en transport ‘zitten anders in elkaar’ wat betekent dat de activiteiten en de (aard van) uitkomsten van het praktijkgericht onderzoek verschillen. Daar moet recht aan gedaan worden. De doorwerkingsmatrix is domein-’neutraal’, wat een sterkte en een zwakte is. Het voordeel is dat de tool breed ingezet kan worden en een gedeeld kader is binnen bijvoorbeeld een hogeschool, hierdoor wordt het makkelijker onderzoek te vergelijken en er onderling over te communiceren. Het nadeel is dat de eigenheid van een domein niet doorklinkt in de tool. Dit zal ingebracht moeten worden door het domein te schetsen, onder andere door vragen als: Wat is de rol van netwerken in ons domein? Welke producten werken het beste? Hoe vindt kennisoverdracht plaats? Dit zal per domein leiden tot een bepaalde weging van aspecten, de keuze van indicatoren en de noodzakelijke contextualisering van de indicatoren.
  3. De vorm van rapporteren. De tools schrijven niet voor hoe gerapporteerd moet worden, of dit via een rapport is, een video of infographic. Ook schrijven de tools niet voor of dit kwantitatief, kwalitatief of een mix moet zijn. Soms ligt het meer voor de hand informatie kwantitatief te rapporteren (bijvoorbeeld omvang van een onderzoeksgroep), en soms ligt het meer voor de hand dit kwalitatief te doen (bijvoorbeeld ervaringen van betrokken ondernemers).

Waar komt de doorwerkingsmatrix vandaan?
De doorwerkingsmatrix is ontwikkeld aan de Hogeschool van Amsterdam. Het doel is om betere uitspraken te kunnen doen over de impact en doorwerking van het onderzoek aan de hogeschool. Hiertoe is in 2019 een werkgroep aan de slag gegaan die middels literatuuronderzoek, werksessies met lectoren en analyses van kritische zelfreflecties van de kenniscentra een aantal tools hebben ontwikkeld. Tools die onderbouwd zijn met een analyse van de discussie rond impact, doorwerking en de inzet van indicatoren (zie van Vliet et al., 2020). Deze tools zijn vervolgens ingezet in de voorbereiding op de visitatieronde van de kenniscentra in najaar 2021 aan de hogeschool. In 2021 is een tweede versie van de doorwerkingsmatrix verschenen.