Info over tool

Doelaantoonbare resultaten centraal stellen om positieve veranderingen in maatschappelijke vraagstukken te realiseren
Voor wie: projectmanagers
Techniek: co-creatie sessies, interviews

Soort tool: uitvoeringstool
Voorkennis: weinig
Complexiteit: hoog
Tijdsinvestering: maanden en langer

Downloads

Links

Gerelateerde tools

PIPA

PIPA

23 januari 2024

Research Pathway Model

5 september 2022

Wat is Results-Based Accountability?

Results-Based Accountability (RBA), ook wel Outcome-Based Accountability (OBA) genoemd, is een methode om nieuwe diensten te ontwikkelen of om van bestaande diensten de prestaties te beoordelen. De methode is ontwikkeld door Mark Friedman. Kenmerkend aan de methode bij de ontwikkeling van een nieuwe dienst is dat er van achteren naar voren wordt gewerkt, dat wil zeggen dat de focus bij de dienstontwikkeling ligt op de resultaten die door de dienst gerealiseerd dienen te worden.

Het beginpunt is het benoemen van de meetbare resultaten die beoogd worden. Een belangrijk proces hierbij is wat ‘turning the curve‘ wordt genoemd. Van een bepaalde situatie, bijvoorbeeld het aantal inbraken in een woonwijk, wordt ingeschat hoe die zich zal ontwikkelen als er niets wordt ondernomen. Door gerichte acties mag verwacht worden dat er een positieve ’trendbreuk’ ontstaat. Om prestaties van diensten te beoordelen wordt een onderscheid gemaakt tussen kwaliteit en kwantiteit en tussen de input (inspanning) en de output (effect). Kenmerkend voor de methode is ook het transparant verzamelen en gebruiken van data, het gebruik van simpele en heldere begrippen die voor iedereen begrijpelijk zijn en het betrekken van verschillende belangengroepen om de resultaten te bereiken en te communiceren. Het motto hierbij is ‘common language, common sense, common ground‘, wat zeer zeker van doen heeft met de achtergrond van de methode namelijk het bewerkstelligen van veranderingen in het publieke domein.

Hoe Result-Based Accountability te gebruiken?
Results-Based Accountability (RBA) is een methode die kan worden gebruikt om met gerichte acties een bepaalde trend te doorbreken (turn the curve). De volgende stappen worden hierbij doorlopen:

  1. Bepaal de doelgroep. Voor wie willen we een resultaat bereiken? Over welke doelgroep hebben we het? Omschrijf dit zo nauwkeurig en duidelijk mogelijk.
  2. Bepaal het gewenste resultaat. Welke situatie willen we bereiken voor deze groep?
  3. Bepaal hoe het resultaat gemeten gaat worden aan de hand van indicatoren. Gebruik hiervoor de matrix van prestatiemetingen (zie verder). Stel vast wat het doel is ten opzichte van de huidige situatie, de zogeheten ‘baseline’.
  4. Ga na wat het verhaal is achter de huidige situatie. Wat zijn de oorzaken van de huidige situatie, wat is het krachtenveld en wat gebeurt er als er niets verandert?
  5. Stel vast welke partners een rol spelen. Wie zijn de partners die een rol spelen bij het bereiken van het beoogde resultaat?
  6. Bedenk wat gaat werken. Verzamel voorbeelden, suggesties en vermoedens om de huidige situaties te kunnen doorbreken.
  7. Maak een actieplan. Wat gaan we doen, wat zijn de kosten ervan en hoe meten we hoe goed we het doen?
  8. Beoordeel de prestaties aan de hand van de matrix van prestatiemetingen en de bijbehorende vragen.

Over de prestaties van een bepaald programma, een organisatie of een dienst vast te stellen (performance accountability) kunnen volgens RBA drie hoofdvragen worden gesteld:

  1. Hoeveel hebben we gedaan?
  2. Hoe goed hebben we het gedaan?
  3. Is iemand er beter van geworden van wat we doen?

De feitelijke prestatiemetingen van deze drie hoofdvragen kunnen in kaart worden gebracht aan de hand van vier soorten prestatiemetingen. Deze vier categorieën ontstaan door een matrix te maken aan de hand van de begrippen kwantitatief/kwalitatief en inspanning/effect.


De eerste categorie van prestatiemetingen betreft de hoeveelheid inspanning die is geleverd: hoeveel hebben we gedaan? Dit is een vraag naar de kwantiteit van de inspanning en kan gemeten worden door bijvoorbeeld het aantal activiteiten te meten, het bestede budget en de inzet van personeel.

De tweede categorie van prestatiemetingen betreft de kwaliteit van de inspanning die is geleverd: hoe goed hebben we het gedaan? Dit kan worden afgemeten aan bijvoorbeeld klanttevredenheidsscores, percentage klachten binnen 1 uur afgehandeld en welk percentage van de doelgroep wordt bereikt.

De hoofdvraag of iemand beter is geworden van het programma of de dienst is de vraag naar het effect ervan en valt uiteen in twee categorieën van prestatiemetingen, namelijk kwantitatieve metingen en kwalitatieve metingen. Kwantitatieve metingen beantwoorden de vraag hoeveel effect is bereikt, bijvoorbeeld de afname in het aantal ongelukken door alcohol in het verkeer, de toename van scores op leesvaardigheidstoetsen van kinderen die van de basisschool komen of de stijging van het aantal mensen dat werkzaam is in de creatieve industrie. Kwalitatieve metingen beantwoorden de vraag welk effect is bewerkstelligd, bijvoorbeeld hoe gelukkig inwoners zijn ten opzichte van een andere streek of land, het toegenomen veiligheidsgevoel in een wijk of verbeteringen in de prestaties van de klanten.

Prestatiemetingen hebben de neiging om uitsluitend te gaan over grote hoeveelheid informatie, bijvoorbeeld de hoeveelheid klanten die wordt bediend en de hoeveelheid aanvragen die wordt verwerkt. Friedman, de onderzoeker die RBA ontwikkelde, maakt zich juist hard voor de kwaliteit van prestaties en vindt die kwadranten in het schema zwaarder wegen. De belangrijkste prestatiemeting is die naar het kwalitatieve effect dat bereikt is. Dit is vaak ook de lastigste om te verwoorden. Een handige manier om hierover na te denken is door vier vragen te stellen: Zijn er vaardigheden veranderd? Zijn er attitudes veranderd? Is het gedrag veranderd? Zijn de omstandigheden veranderd?

Voor Friedman is het belangrijk om een paar prestaties regelmatig en consequent te meten in plaats van vele prestaties in één keer. Hierdoor ontstaat een realistischer beeld van de daadwerkelijke prestaties die worden behaald. De keuze van goede prestatiemaatstaven is dan ook belangrijk. Hierbij kunnen drie criteria worden gehanteerd: 1) communication power: is de indicator goed communiceerbaar naar alle betrokkenen; 2) proxy power: is de indicator een goede vertegenwoordiger van andere indicatoren zodat kan worden volstaan met in totaal 2 à 3 indicatoren; en 3) data power: is er voldoende data beschikbaar die valide en betrouwbaar is en ook regelmatig beschikbaar is om de voortgang in de tijd te monitoren. Door voor iedere mogelijke prestatiemaatstaf deze vragen te beantwoorden met hoog – gemiddeld – laag kan tot een afgewogen keuze worden gekomen.

Waar komt Results-Based Accountability vandaan?
De methode van RBA is ontwikkeld door Mark Friedman. Het is aanvankelijk opgezet om de effectiviteit van programma’s in het publieke domein te meten, maar is ook steeds meer geworden tot een aanpak om tot veranderingen te komen zoals voor onderwijs (‘kinderen zijn klaar voor de middelbare school’), veiligheid (‘schone en veilige wijk’) en werkgelegenheid (‘wijkbewoners hebben goede banen’). De methode wordt gebruikt door (lokale) overheden, maar bijvoorbeeld ook in de herontwikkeling van de Rotterdamse haven en binnen de culture sector. De sturende vraag van de methode is of iemand beter af is – in termen van welzijn – naar aanleiding van het ingezette programma en welk maatschappelijk effect er teweeg is gebracht. Echter, gezien de vrij algemene aard van de principes waarmee Friedman prestaties in kaart brengt, kan de RBA-methode ook buiten de context van het publieke domein toegepast worden.